Binnen de leerteams maken we beter gebruik van de kennis die er is

Hoe creëer je een professionele leercultuur op je school? Hoe zorg je ervoor dat niet alleen de leerlingen, maar ook de medewerkers elke dag blijven leren? De Bonifatius Mavo in Emmeloord startte schooljaar 2020-2021 met het werken in leerteams. Locatiedirecteur Mark Brijan: “Het is de beste keuze die we hebben gemaakt.”

De keuze blijft bovendien niet onopgemerkt. Scoorde de school eerst nog een onvoldoende voor kwaliteitscultuur, bij een recente inspectie is dit gestegen tot een voldoende. Mark: “We hebben een enorme groei doorgemaakt en daar ben ik heel trots op. De aanleiding om met leerteams te starten kwam vanuit een onderzoek naar onze schoolcultuur dat een paar jaar geleden is uitgevoerd. Hieruit kwam naar voren dat we een familiecultuur hebben. We werkten veel vanuit ons onderbuikgevoel en vonden het lastig om elkaar aan te spreken.”

Over de inhoud

De school groeide van dertig leraren, naar de huidige vijftig. Mark: “We bespraken alles in een grote groep. En dan ging het vaak over organisatorische zaken als wie gaan er mee op kamp en wanneer is de toetsweek, maar het ging nog niet inhoudelijk over ons onderwijs terwijl dat het belangrijkste is wat we doen. Vanuit het innovatietraject van Voortgezet Leren ontstond het idee om met leerteams aan de slag te gaan. En zo zijn we gestart.”

De aanpak

Schooljaar 2020-2021 startten vier horizontale leerteams van ongeveer tien personen; voor elk leerjaar een team. Daarnaast zijn er verticale leerteams gebaseerd op de secties. Daar gaat het over vakinhoudelijke zaken zoals het bevorderen van leesvaardigheid bij Nederlands. Elk leerteam heeft een voorzitter. Docent Nederlands Linda Vos is voorzitter van leerteam 4. Hoe werkt een leerteam? Linda: “Iemand oppert een probleem. Dat gaan we eerst analyseren, we stellen onszelf de vraag of het echt een probleem is. Vervolgens zoeken we naar relevante literatuur en onderzoeken en op basis daarvan bedenken we een aanpak. Die voeren we uit en vervolgens kijken we aan de hand van data of het geholpen heeft. Beslissingen zijn altijd ‘evidence informed’. Er is zoveel didactisch onderzoek en we doen er te weinig mee in Nederland.”

Linda: ‘Binnen de leerteams maken we veel beter gebruik van alle kennis die er is’

Uitdagende klas

Linda geeft een voorbeeld. “Vorig jaar gaven meerdere collega’s aan dat één mavo 4-klas uitdagend en weinig gemotiveerd was. We concludeerden dat we te lang, kleine zaken hadden getolereerd. Denk aan het niet bij je hebben van spullen; dat geeft veel onrust aan het begin van de les. We doken de literatuur in; welke interventies zijn goed om dit probleem aan te pakken? Zo kwamen we tot vier routines: regels die in de hele school, in alle klassen gelden met heldere consequenties. Bijvoorbeeld dat je altijd al je materialen bij je hebt. Zo niet, dan krijg je een oranje kaart en blijf je dezelfde dag een half uur na. Het toezicht op nablijven rouleerden we met leraren onderling. In het begin moesten 79 van de 425 leerlingen nablijven, nu zijn dat er nog een handjevol. En het mooie is dat het een groot verschil maakt in alle klassen. De les begint rustig en je kunt sneller effectief aan de slag. Ruimte voor discussie is er niet, want de regels zijn duidelijk. Ook voor nieuwe leraren. De afspraken hebben we vastgelegd op zogenoemde kwaliteitskaarten zodat leraren snel kunnen zien wat ze moeten doen, bijvoorbeeld als je iemand de klas uit stuurt.”

Geen trucje

De leerteams komen zo’n drie keer per maand een uur bij elkaar. Linda: “Dan rapporteren we aan elkaar wat we hebben gedaan en verdelen we de taken voor een volgende keer.” Er zijn zes studiedagen voor de leerteams per jaar, de voorzitters hebben er nog vier meer en het management volgt als ‘leidende coalitie’ een training van zes dagen. Mark: “Daarnaast ontstaat er ook initiatief vanuit mensen zelf om met een groepje over een inhoudelijk onderwerp te overleggen. Het werken met leerteams is niet iets wat je alleen op een middag doet, je doet het continu. Het is een manier van werken en geen trucje dat we nu een tijdje doen en over een paar jaar weer wordt vervangen.”

Mark: ‘Het werken met leerteams is niet iets wat je alleen op een middag doet, je doet het continu’

Noodzakelijk

Wat is er nodig om in leerteams te werken? “Professionele begeleiding vanuit een instituut, tijd en ruimte”, somt Mark op. “Ook moet je budget voor scholing reserveren. Ik heb nog nooit zoveel scholingsaanvragen gehad als de laatste tijd, je ziet dat mensen zich willen ontwikkelen. Daarnaast hebben we een kast vol boeken met waardevolle inzichten over leren. Mensen tippen aan de hand van de scholing vervolgens weer interessante literatuur en zo groeit onze collectie. En ik spreek veel met collega’s om bewustwording de ruimte te geven. Weerstand is vaak angst voor het onbekende. Je begint met een klein groepje enthousiaste mensen, maar moet niet vergeten om iedereen aan te haken en mee te krijgen. Daarnaast is het belangrijk dat je al het organisatorische goed geregeld hebt. Twee collega’s zijn vanuit taakbeleid verantwoordelijk voor een activiteit, zij rapporteren aan de rest en vragen wanneer nodig advies. En tijdens het opzetten van de leerteams, is tegelijkertijd een visie-document geschreven. Dit levende document is een kapstok voor ons handelen.”

Uitdagingen

Zijn er verbeterpunten? “We hebben de leerteams ingedeeld op basis van de leerjaren; de mentoren en de meest betrokken leraren zijn per leerjaar bij elkaar gezet”, vertelt Linda. “Nu zien we dat dit geen gebalanceerde mix oplevert qua man/vrouw, ervaren en onervaren en vakverdeling. Dat gaan we veranderen.” “De grootste uitdaging is om de koers vast te blijven houden en niet te verslappen”, weet Mark. “Er is zoveel veranderd, ook qua cultuur. We doen het nu veel meer samen. Collegiale lesbezoeken zijn bijvoorbeeld normaal geworden.” Linda: “Je was als docent een koning in je eigen koninkrijk maar moest ook zelf je problemen oplossen, dat hoeft niet meer. Binnen de leerteams maken we veel beter gebruik van alle kennis die er is. Iedereen móet meedoen, anders werkt het niet. Nu staat de cultuur en zou ik nooit meer terug willen.”